AGI in 2025: tussen hype en realiteit – een nuchtere boodschap voor dataprofessionals

Artificial General Intelligence (AGI). Het klinkt als de heilige graal van de technologie-industrie. Een soort digitale Einstein die niet alleen je presentatie maakt, maar ook meteen je businessmodel optimaliseert en je kinderen opvoedt. Techbazen als Sam Altman roepen in interviews dat het “heel dichtbij is” — nog een paar jaartjes, en dan is het zover.

Door: Pieter de Kok | voor TheDataConnection.nl

Artificial General Intelligence (AGI). Het klinkt als de heilige graal van de technologie-industrie. Een soort digitale Einstein die niet alleen je presentatie maakt, maar ook meteen je businessmodel optimaliseert en je kinderen opvoedt. Techbazen als Sam Altman roepen in interviews dat het “heel dichtbij is” — nog een paar jaartjes, en dan is het zover.

Maar waar staan we echt in 2025? En belangrijker nog: wat betekent het voor professionals die élke dag met data werken? Die niet wachten op een superintelligente AI, maar vandaag gewoon een voorspellend model willen dat een beetje fatsoenlijk werkt?

Laten we het hoofd koel houden.

AGI: een definitie met ambitie

Artificial General Intelligence is het idee dat AI op menselijk niveau kan redeneren, leren en zichzelf aanpassen aan nieuwe situaties — net als wij. Geen ‘AI die je e-mails samenvat’, maar AI die zelf bedenkt welke e-mails je überhaupt had moeten sturen. In theorie indrukwekkend. In de praktijk… niet binnen handbereik.

De hype: “AGI is nabij!” (maar is dat zo?)

In maart 2025 meldde Time Magazine dat OpenAI-CEO Sam Altman AGI “binnen jaren” verwacht. Die uitspraak klinkt bekend, want hij zei hetzelfde in 2023. En in 2022. Het klinkt alsof we een AI-Elvis verwachten: iedereen praat erover, niemand heeft ’m echt gezien.

Ondertussen publiceerde AI Multiple in april 2025 een wereldwijde analyse van voorspellingen van AI-wetenschappers: de meeste onderzoekers verwachten dat AGI pas tegen 2060 of later werkelijkheid wordt. En dan nog onder zeer specifieke aannames.

Waarom AGI-hyping schadelijk is voor echte vooruitgang

De obsessie met AGI leidt tot drie hardnekkige problemen:

  1. Verkeerde verwachtingen bij gebruikers
    Bedrijven investeren in AI-oplossingen die volgens marketing “alles kunnen”, maar in werkelijkheid matig presteren zonder begeleiding of context. Dit leidt tot frustratie, teleurstelling en uiteindelijk wantrouwen in AI als geheel.
  2. Minder aandacht voor praktische toepassingen
    Terwijl er enorme waarde zit in ‘narrow AI’ — AI die één taak goed doet, zoals fraudedetectie of klantsegmentatie — verschuift de aandacht (en het budget) naar vage beloften over toekomstscenario’s.
  3. Verwaarlozing van ethiek en governance
    Door te focussen op de toekomst, vergeten organisaties om AI vandaag veilig, uitlegbaar en controleerbaar te maken. En dat is wél nodig voor adoption op schaal.

Wat moet de dataprofessional hiermee?

Als je dagelijks met data werkt — in finance, operations, marketing of compliance — dan heb je niets aan futuristische beloften. Je wil een voorspellend model dat uitlegbaar is. Je wil dat je data schoon is. Je wil dat je collega’s begrijpen waarom een dashboard iets toont.

Kortom: je hebt meer aan een goede SQL-query dan aan een podcast over AI die bewustzijn ontwikkelt.

De boodschap van 2025: blijf nuchter, blijf bouwen

De echte vooruitgang in AI gebeurt in het klein. In verbeterde churnmodellen. In slimmere dashboards. In betere anomaly detection. Geen camera’s die gedachten lezen, maar algoritmes die je voorraadbeheer optimaliseren.

Verwacht van AGI voorlopig dus geen wonderen. Verwacht wél dat marketeers het blijven verkopen alsof we volgende week met HAL 9000 kunnen lunchen. Trap er niet in. Vraag je af: wat lost dit op in mijn werk vandaag?

Tot slot: vertrouwen bouw je op met context, niet met slogans

De hype rond AGI mag dan lekker klinken op techconferenties, het helpt de professional op de werkvloer zelden. Transparantie, uitlegbaarheid en robuustheid zijn wat AI in 2025 echt vooruithelpt. Geen tovermachines. Gewoon betere tools.

Bronnen:

Pieter de Kok, partner bij Coney Minds

Abonneer
Laat het weten als er
guest
0 Commentaren
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties