Door Pieter de Kok RA – TheDataConnection.nl
Ik weet niet wie het ooit zei, maar het is een briljante observatie:
“A fool with a tool is still a fool.”
De zin duikt bij mij steeds vaker op.
Niet omdat ik hem in een managementboek las, maar omdat ik hem dagelijks zie gebeuren.
In vergaderingen waar het over “AI-implementatie” gaat.
In teams die net een workflow hebben gebouwd met zoveel pijlen dat niemand meer weet wie op de knop drukt.
In organisaties die trots melden dat ze “ChatGPT Enterprise” hebben aangeschaft, zonder dat iemand weet waarvoor.
Het lijkt een nieuwe fase van digitalisering: we zijn niet langer bang om de verkeerde tool te kiezen — we vieren het.
De dans van FOMO
Ik zit al ruim dertig jaar in dit vak, en ik heb dezelfde dans al vaker gezien.
Bij EDI, bij blockchain, bij RPA, en nu bij AI.
De technologie verandert, de psychologie niet.
Eerst is er nieuwsgierigheid, dan opwinding, daarna kuddegedrag en uiteindelijk… teleurstelling.
De nieuwste versie van die dans heet FOMO — Fear of Missing Out.
Wie vandaag niet over AI praat, is morgen niet meer “relevant”.
Dus kopen we licenties, boeken workshops en bouwen promptbibliotheken, vaak zonder plan.
En ergens onderweg vergeten we de belangrijkste vraag:
Wat gaan we er eigenlijk mee doen?
De vergeten factor: adoptie
Ik heb ooit een klant gehad die groot aantal MacBooks ging kopen “omdat het er beter uitzag dan die machines met Microsoft erop”.
Op papier klopte het.
Totdat bleek dat niemand binnen het bedrijf ermee wilde werken.
Na drie maanden waren de oude laptops met Microsoft stiekem weer in gebruik.
Zo gaat het nu ook met AI.
Er wordt gekocht, getest, gepilot — maar amper gebruikt.
Niet omdat de tools slecht zijn, maar omdat niemand écht heeft nagedacht over de adoptie.
De meeste organisaties hebben een toolstrategie, geen mensstrategie.
Ze implementeren technologie, maar vergeten gedrag.
En gedrag wint altijd.
Technologie zonder context is theater
Ik ben de laatste die tegen technologie is — verre van.
Maar ik ben allergisch geworden voor dat theater dat eromheen ontstaat.
Demo’s, filmpjes, shiny dashboards.
De ene dag heet het “workflow automation”, de volgende dag “co-pilotization”.
Het zijn prachtige woorden, maar ze lossen niets op zolang de organisatie er zelf niet beter van wordt. De echte waarde van technologie zit nooit in de tool, maar in de context waarin je ‘m inzet.
Een accountant die data-analyse inzet omdat het moet, zal nooit de kracht ervaren van wat het kán doen. Een ondernemer die een AI-tool koopt omdat zijn buurman erover postte op LinkedIn, ook niet.
De volwassen fase
De volwassen fase van elke technologische golf komt pas als de hype wegebt.
Als we niet meer onder de indruk zijn van de tool, maar van wat mensen ermee doen.
Dan zie je de échte innovatie ontstaan — stil, bescheiden, en doeltreffend.
Die fase breekt langzaam aan.
De AI-tools worden stabieler, de bullshitverhalen dunner, en organisaties beginnen zich af te vragen:
Wat levert dit écht op voor onze mensen, klanten en processen?
Dat is de enige vraag die telt.
Slot
Ik zie veel mensen nog denken dat ze te laat zijn.
Maar de waarheid is: de meeste organisaties zijn te vroeg — of op de verkeerde manier begonnen.
Dus voordat je volgende maand weer een licentie afsluit voor iets “met AI”, stel jezelf één simpele vraag:
Wil ik slimmer worden, of er alleen slimmer uitzien?