Wat moet de Nederlander met AI als het geen koffie zet of de belastingaangifte doet?

Laten we met de deur in huis vallen: Nederlanders vertrouwen AI niet. Tenminste, niet echt. Volgens KPMG vertrouwt slechts 33% van de Nederlanders AI-technologieën, tegenover een wereldwijd gemiddelde van 46%. E

Door: Pieter de Kok | voor TheDataConnection.nl

En dat terwijl we massaal slimme horloges dragen, AI gebruiken in Google Maps, en met ChatGPT vragen of een frikandel eigenlijk vlees is.

Wat is hier aan de hand?

“We hebben AI in onze broekzak, maar vertrouwen het voor geen meter.”

Die 33% zegt veel. We vertrouwen ons koffiezetapparaat meer dan een algoritme dat je sollicitatie beoordeelt. Waarom? Omdat het koffiezetapparaat duidelijk is: je duwt op een knop, er komt iets uit, en het liegt niet over je geschiktheid voor een functie als HR-medewerker. AI daarentegen voelt als magie in een zwarte doos, waar zelfs IT’ers soms verdwaald raken.

De Nederlander en AI: liefde op afstand

Volgens KPMG gebruikt 58% van de Nederlanders AI op de werkvloer, maar slechts een kwart (24%) heeft ooit een training gehad. We gebruiken het dus wel, maar weten nauwelijks hoe of waarom. Dat is alsof je in een vliegtuig stapt, zonder te weten of de piloot wakker is. Of überhaupt menselijk.

“In Nederland heerst een combinatie van lage bekendheid en hoog wantrouwen,” zegt Bas Fabels, partner bij KPMG. “Er wordt veel gesproken over risico’s, terwijl de kansen onvoldoende worden benut.”

En dat is precies het punt. Want als AI alleen in de boardroom besproken wordt en niet aan de keukentafel, blijft het voelen als een ver-van-je-bed-bot.

AI lost je problemen (nog) niet op

Wat moet de gemiddelde Nederlander met AI?

Niet veel, als het aan de Nederlander zelf ligt. Want zolang AI niet:

  • de belastingaangifte versimpelt tot drie emoji’s en een klik,
  • automatisch kijkt of je nog recht hebt op energietoeslag,
  • of je schoonmoeder’s verjaardagscadeau regelt,

blijft het ‘iets voor bedrijven’. Iets voor managers. Iets voor nerds.

“Ik vertrouw AI wel om mijn spamfilter te beheren, maar ik laat het nog geen hypotheekkeuze maken,” aldus een geïnterviewde uit het KPMG-onderzoek.

En daar ligt de crux. De toepassingen van AI zijn vaag, de effecten ondoorzichtig, en de fouten… gênant.

Desinformatie? Reguleer het dan ook écht

Een opvallende uitkomst uit het rapport: 85% van de Nederlanders wil dat AI-gegenereerde desinformatie wordt aangepakt met wetgeving. Logisch. Als AI straks geloofwaardige video’s kan maken van politici die beweren dat pindakaas helpt tegen inflatie, dan zijn we de regie kwijt.

Maar wetgeving zonder uitleg werkt niet. Want als AI wél mag bepalen of je een lening krijgt, maar niet mag uitleggen waarom, staan we alsnog met lege handen. En frustratie.

Wat moet er gebeuren?

  1. Stop met praten over AI alsof het een raketwetenschap is.
    Maak het concreet. Wat doet het? Hoe helpt het mensen met normale banen en normale problemen?
  2. Begin met AI-educatie voor iedereen.
    Niet alleen voor techneuten. Geef MKB’ers, zorgmedewerkers en docenten praktische uitleg. Zonder buzzwords.
  3. Maak AI zichtbaar op microniveau.
    Laat zien dat AI je agenda beheert, je energieverbruik optimaliseert of je router herstart. Dat zijn de echte winnaars.
  4. Vertrouwen komt met ervaring.
    Geen Nederlander zei ooit: “Ik vertrouw de trein omdat NS het belooft.” We vertrouwen systemen pas als ze doen wat ze beloven. En blijven doen.

Slotgedachte: geef AI een doel dat we snappen

Nederlanders zijn niet tegen innovatie. We zijn gewoon nuchter. Geef AI dus niet nog een vaag toekomstbeeld of ethische richtlijn — geef het een gebruiksaanwijzing. En laat het eerst maar eens bewijzen dat het ons leven echt makkelijker maakt.

Dan praten we daarna verder over vertrouwen.

Pieter de Kok, partner Coney Minds

Bron: KPMG – Wereldwijde studie benadrukt noodzaak AI-wetgeving in Nederland

Abonneer
Laat het weten als er
guest
0 Commentaren
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties