De Europese Unie is er tot nog toe nog niet in geslaagd om een AI-ecosysteem te ontwikkelen. Ook heeft Europa de ontwikkeling nog niet kunnen versnellen, om de wereldleiders China en de VS op gebied van AI bij te benen.
Dit blijkt uit een rapport van de Europese Rekenkamer. Lopen we achter? “Ja, zeker als het gaat om de opschaling van grote AI-systemen. Daarin speelt Europa nauwelijks een rol, het gebeurt vooral in Amerika en in China,” zegt Stefan Leijnen, lector AI aan de Hogeschool Utrecht en hoofd Europese zaken bij AiNed. Hij doet zijn uitspraken in een interview met BNR Nieuwsradio.
Waarom kunnen we de inhaalslag niet maken?
“Dat heeft vooral te maken met schaal, in computerkracht, in data en in investeringen. Daarin zie je dat Europa achterloopt. China investeert 150 miljard euro, en de VS zo’n 100 miljard, terwijl Europa blijft steken op 40 tot 50 miljard euro. En dat zijn publieke investeringen, terwijl er ook private investeringen nodig zijn om grote AI-systemen te bouwen.”
Komt het ook doordat Europa te lang praat voordat we besluiten?
“Ja, al kan dat ook goed zijn. We willen dat de publieke waarden doorklinken in de investeringen. Zo mikt de EU op betrouwbare AI, gemaakt in Europa. Dat is misschien wel beter dan in de VS, maar vervolgens moet er wel wat op tafel komen, en daarin loopt de EU achter. Europa heeft ook niet één markt, zoals je dat wel hebt in de VS. Dat maakt het voor de EU lastiger. In Nederland investeren we in Nederland, Frankrijk investeert ook in eigen land. Ook dat moet veranderen.”
Kunnen we niet beter samenwerken met de VS?
“De Europese ambities zijn er niet voor niks. Als je de boot mist met AI mis je ook de kansen die AI biedt, zoals op gebied van werk, zorg of energietransitie. Als je dat nu uit handen geeft zit je niet meer achter het stuur, maar op de achterbank. We moeten wel mee daarin, ook omdat we een open kenniseconomie hebben. We zijn immers onderdeel van de keten, dat is de basis van onze welvaart. Als je geen speler meer bent, heb je het niet meer voor het zeggen. Dat is een risico, zowel economisch als qua veiligheid.”
Kunnen we onze achterstand nog wegwerken?
“Ja, dat kan nog steeds. Het is nog niet te laat. Bovendien kan het met AI ontzettend snel gaan. Dat zie je ook aan het Franse bedrijf Mistral, dat in korte tijd veel investeringen heeft opgehaald. Dat moet ook mogelijk zijn voor Nederlandse bedrijven. Een AI-model is zo gebouwd, we hebben het talent in Nederland, maar we moeten de infrastructuur hebben en de financiering. Dan kan je in no-time dit soort bedrijven uit de grond stampen. Dat kan ook in Nederland.”
Moeten we in Europa meer samenwerken, om meer slagkracht te krijgen?
“Ja, dat is de gewenste weg. Met de Europese verkiezingen gaat het wel spannend worden. De Fransen en de Duitsers kunnen voor zichzelf gaan, maar om voldoende schaal te krijgen is het goed om samen te werken. Daarin ligt een kans voor Nederland. We zijn op gebied van AI-investeringen het derde land in Europa, vlak achter de Fransen en de Duitsers. Dat blijkt ook uit het rapport. Nederland kan een koplopersrol pakken in Europa, door samen te werken. Die rol wordt ons ook vaak gegund in Europa.”
Wat is je advies aan het nieuwe kabinet?
“Ik zou het kabinet willen adviseren om niet alleen in Brussel te vragen om concessies, maar ook om iets op de tafel te brengen. Nederland kan bijdragen aan de Europese digitale soevereiniteit. Dat kan door digitaal koploper te willen zijn, en alle lidstaten mee te nemen in dit verhaal. Ik denk dat we dit als Nederland best kunnen.”
Beluister het interview met Stefan Leijnen op BNR Nieuwsradio
Download het rapport van de Europese Rekenkamer
Bronnen:
LinkedIn-post van Stefan Leijnen