De opmars van AI in de advocatuur: door de knipoog van een jurist

De juridische wereld staat op een kruispunt. Terwijl technologie stormachtig oprukt, worstelt de advocatuur met een fundamentele vraag: hoe maken wij ruimte voor kunstmatige intelligentie zonder onze kernwaarden – onafhankelijkheid, zorgvuldigheid, menselijke afweging – te verliezen?

Als jurist heb ik AI lange tijd met enige scepsis bekeken. Taalmodellen zoals ChatGPT kunnen indrukwekkend formuleren, ja, maar juridische diepgang, contextuele afwegingen en ethische subtiliteit blijven vaak buiten hun bereik. Zoals recent treffend werd beschreven op Advocatie.nl: “Een taalmodel is niet voldoende.” En toch, wie verder kijkt dan de hype ziet een wereld vol kansen – mits we durven leren van andere beroepsgroepen.

De accountancy: AI als versneller van vakmanschap

Kijk naar de accountancy. Daar is AI inmiddels geen noviteit meer, maar een structureel onderdeel van het werkproces. Toch? Dat lees ik op LinkedIn elke dag.

Waar accountants jarenlang moesten zwoegen op het handmatig controleren van datasets, transacties en compliance, voeren AI-tools nu razendsnel patroonanalyses uit, signaleren ze afwijkingen en ondersteunen ze bij risicogericht denken. Minder dan 30 minuten las ik deze week. Cruciaal: de accountant blijft eindverantwoordelijk, maar vertrouwt op technologie als betrouwbare assistent.

Wat maakt dat AI daar zo goed landt?

  1. Gestandaardiseerde processen – Veel accountancytaken zijn repetitief en volgen een helder stramien. Ideaal voor automatisering.
  2. Datagedreven cultuur – Accountants zijn gewend te denken in cijfers, controles en dashboards. Data-analyse is hun tweede natuur.
  3. Kaders van toezicht – Organisaties als de NBA (beroepsorganisatie van accountants) geven duidelijke richtlijnen over ethiek, kwaliteit en toetsing bij AI-gebruik.

Als jurist kan ik alleen afgaan op wat ik lees op websites, in persberichten en op Linkedin.

De jurist: beschermer van context en nuance

De jurist daarentegen werkt minder met gestandaardiseerde input. Elk dossier is anders. Elke zaak vereist interpretatie, afweging en soms – moedige – keuzes buiten de gebaande paden. Juridische taal is dubbelzinnig, afhankelijk van precedent, maatschappelijke context en menselijke belangen. AI kan daar een rol spelen, maar alleen als het model begrijpt waarom bepaalde regels in een specifieke context worden toegepast of genegeerd. En daar wringt het nog.

Toch gloort er hoop. AI-tools worden steeds beter in het analyseren van jurisprudentie, het opstellen van conceptdocumenten, of het signaleren van relevante risico’s in contracten. Ze nemen het routinewerk over, zodat de jurist zich kan richten op waar hij of zij echt waarde toevoegt: duiding, strategie en ethiek.

Wat kunnen we leren?

De les van de accountants is niet dat juristen hun vak moeten versimpelen. Integendeel. Maar we kunnen wél leren hoe je AI slim inzet: als versneller van vakmanschap, niet als vervanger ervan. Dat betekent:

  • Investeren in data governance – begrijp je eigen kennisinfrastructuur;
  • Borgen van ethiek en controle – blijf verantwoordelijk voor het eindadvies;
  • Werken aan digitale vaardigheden – maak technologie onderdeel van je juridische toolkit.

De toekomst van AI in de advocatuur ligt niet in het volledig vertrouwen op taalmodellen, maar in de samenwerking tussen mens en machine. De jurist van morgen is niet alleen juridisch scherp, maar ook digitaal vaardig, databewust en ethisch verankerd.

Of, zoals een accountant het misschien zou zeggen: controleer niet alleen de cijfers – maar ook het systeem dat ze voortbrengt.

Groet,

De AI-driven jurist.

 

 

Abonneer
Laat het weten als er
guest
0 Commentaren
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties